Tech­nische vragen Nota Dieren­welzijn

Indiendatum: aug. 2016
Antwoorddatum: 7 aug. 2016

Geachte leden van de raad,

Op 6 mei jongstleden heeft de PvdD-fractie het college vragen gesteld over het welzijn van de dieren binnen onze gemeente. Hieronder treft u de beantwoording van de vragen aan.

Vraag 1 Wat zijn de huidige afspraken met de dierenopvangcentra en dierenambulance, waarmee de gemeente een overeenkomst heeft gesloten om dieren te vervoeren en op te vangen?
Antwoord De gemeente Pijnacker-Nootdorp heeft een overeenkomst met de Haagse Dierenambulance voor de opvang van hulpbehoevende dieren in de openbare ruimte. Voor de wettelijk opvang van zwerfhonden en katten heeft de gemeente Pijnacker-Nootdorp een overeenkomst met het streekdierentehuis ’t Julialaantje.

Vraag 2 Hoeveel dieren zijn er in de afgelopen drie jaar opgevangen en vervoerd?
Antwoord Er zijn alleen cijfers beschikbaar over de jaren 2014 en 2015. In totaal zijn er155 opgevangen en vervoerde dieren.
2014 2015 Totaal Pijnacker 44 23 67 Nootdorp 44 29 73 Delfgauw incl. Oude Leede 9 6 15 Totaal 97 58 155

Vraag 3 Wat zijn de kosten per jaar hiervoor geweest in de afgelopen drie jaar?
Antwoord De kosten bedroegen: 2013: 11.014, euro, 2014: 22.402 euro, 2015: 21.938 euro.
NB. De kosten in 2013 waren zoveel lager omdat de Zoetermeerse Dierenambulance geen kosten in rekening heeft gebracht. Eind 2013 is de Zoetermeerse Dierenambulance er mee gestopt en zijn we overgegaan naar de Haagse Dierenambulance.

Vraag 4 Hoe vaak zijn er door de politie/NVWA/LID in de gemeente in 2014 en 2015 gevallen van dierenmishandeling c.q. dierenverwaarlozing geconstateerd?
Antwoord 2014: 37 meldingen van dierenmishandeling/verwaarlozing 2015: 40 meldingen van dierenmishandeling/verwaarlozing

Vraag 5 In hoeveel gevallen is er een proces-verbaal opgemaakt en in welke kernen van onze gemeente en waarvoor?

Antwoord Er is één proces-verbaal opgemaakt, alle andere meldingen zijn onderzocht maar kwamen niet voor een proces-verbaal in aanmerking.

Vraag 6 Wordt er door gemeente opvang geregeld voor huisdieren, indien er sprake is van huiselijk geweld, (gedwongen) uithuisplaatsing, (gedwongen) opname en/of arrestatie? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe is dit geregeld?
Antwoord Hierover zijn geen concrete afspraken gemaakt anders dan dat er op de Haagse Dierenambulance een beroep gedaan kan worden wanneer dit zich voordoet.

Vraag 7 Is er een minimabeleid om mensen, die beneden de bijstandsgrens leven, aanspraak te laten maken op tegemoetkoming in dierenartskosten en kwijtschelding van de hondenbelasting van de eerste hond? Zijn er mogelijk andere tegemoetkomingen voor minima om dierenwelzijn van hun huisdieren te waarborgen?
Antwoord Nee, hier is geen gemeentelijk beleid voor.

Vraag 8 Hoeveel gevallen van bijtincidenten met honden zijn bij de politie/gemeente bekend in de afgelopen drie jaar. Welke actie is hierop ondernomen?
Antwoord Bij de gemeente zijn de laatste drie jaar vier bijtincidenten gemeld. Tweemaal was niet te achterhalen wie de eigenaar van de hond was of bleek het incident te klein, eenmaal is afgezien van een verbod na een zienswijzegesprek en eenmaal is een muilkorfgebod opgelegd.

Vraag 9 Faciliteert de gemeente initiatieven om impulsaankopen van dieren te verminderen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke manier?
Antwoord Nee, dit is geen gemeentelijke taak.

Vraag 10 Is er in het gemeentelijk rampenplan de hulp aan en opvang van dieren opgenomen? Zo ja, op welke wijze?
Antwoord Ja, in het gemeentelijk rampenplan is dit meegenomen. Er is een taakkaart in het gemeentelijk rampenplan voor het verplaatsen van mens en dier.

Vraag 11 Op welke wijze en hoe vaak wordt er in onze gemeente gecontroleerd op de verkoop van (gevaarlijke en giftige) dieren, zoals bij Animal Corner in Pijnacker? Wat zijn hiervan de resultaten? Indien er niet gecontroleerd, waarom niet?
Antwoord Dit wordt niet gedaan, omdat dit geen gemeentelijke taak betreft.

Vraag 12 Wijst de gemeente de aanvrager voor een vergunning voor een evenement, waarbij dieren zijn betrokken, erop dat deze zich onder alle omstandigheden aan de Wet Dieren en andere wettelijke bepalingen ten aanzien van dierenwelzijn dient te houden? Wordt het evenement door de gemeente gemeld bij de Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming?
Antwoord Nee, dit wordt niet gedaan.

Vraag 13 Informeert de gemeente burgers over het belang van chippen/castreren van katten en ondersteunt en faciliteert de gemeente chipacties/castraties voor katten?
Antwoord Nee, dit wordt niet beschouwd als een gemeentelijke taak.

Vraag 14 Welke voorwaarden worden door de gemeente gesteld met betrekking tot dierenwelzijn bij de afgifte van de jaarlijkse vergunning voor de kortebaandraverijen in Nootdorp?
Antwoord De voorwaarde die door de gemeente wordt gesteld, is dat er een gekwalificeerde veearts en hoefsmid aanwezig moeten zijn.

Vraag 15 Welke voorwaarden stelt de gemeente ten aanzien van brandveiligheid van stallen in onze gemeente?
Antwoord Dit is vastgelegd in de landelijke regelgeving (bouwbesluit).

Vraag 16 Hoe vaak wordt hierop gecontroleerd door de brandweer en wat zijn hiervan de bevindingen in de afgelopen drie jaar?
Antwoord Dit wordt niet gecontroleerd door de brandweer.

Vraag 17 Wordt er door de brandweer regelmatig geoefend ten aanzien van de aanpak van stalbranden en is er een aanvalsplan voor stalbranden opgesteld? Hoe wordt de deskundigheid bevorderd?
Antwoord De brandweer heeft dit jaar geoefend met ontruiming van een manage/stalling paarden. Zij zal dit regelmatig blijven oefenen.

Vraag 18 Hoe vaak hebben brandweer/politie per jaar de afgelopen drie jaar hulp verleend aan dieren in onze gemeente?
Antwoord De taak van de brandweer is het redden van mens en dier bij brand. Er wordt niet apart geregistreerd hoeveel dieren er gered zijn of hoe vaak er hulp is verleend aan dieren. Ook de politie houdt geen specifieke gegevens over hulp verlenen aan dieren bij.

Vraag 19 Geeft de gemeente het goede voorbeeld door in de gemeentekantine, bij recepties, gemeenteborrels e.d. alleen biologische vleesproducten te gebruiken en een ruim aanbod van vegetarische producten aan te bieden?
Antwoord De gemeente is aangesloten bij de Vereniging Nederlandse Cateringorganisaties, voor meer informatie verwijzen wij u dan ook naar de website: www.veneca.nl. Voor recepties en gemeenteborrels huren wij meestal een externe (lokale) cateraar in.

Vraag 20 Geeft de gemeente het goede voorbeeld door zelf dierproefvrije producten, zoals schoonmaakmiddelen en zeep, in gemeentelijke ruimtes te gebruiken?
Antwoord Ja, daar wordt zeker rekening mee gehouden. Er wordt standaard met micro-vezeldoekjes schoongemaakt waarmee vrijwel alle bacteriën worden bestreden, zodat er bijna geen schoonmaakmiddelen gebruikt hoeven te worden. Soms is het evenwel onvermijdelijk dat met andere middelen moet worden gewerkt.

Vraag 21 Hoeveel personen in onze gemeente hebben een jachtakte en hoe vaak wordt deze door de politie gecontroleerd? Wat zijn hiervan de resultaten?
Antwoord 29 personen hebben een jachtakte. Jaarlijks vinden er controles plaats van verlofhouders, inclusief jachtaktehouders.

Vraag 22 Hoeveel en welke diersoorten zijn er door deze jachtaktehouders gedood en in welke gebieden in onze gemeente?
Antwoord De gemeente en de politie hebben hierover geen gegevens. De registratie wordt gevoerd door de Faunabeheereenheid Zuid-Holland (FBE).

Vraag 23 Staat de gemeente jacht toe op haar eigen gemeentegronden? Zo ja, waar?
Antwoord Nee, dit staat de gemeente niet toe.

Vraag 24 Verpacht de gemeente (vis)water aan hengelsportverenigingen? Zo ja, hoeveel en waar?
Antwoord Ja, de gemeente heeft een overeenkomst met Sportvisserijbelangen Delfland (SVBD) voor alle, in het beheer van de gemeente zijnde oppervlaktewateren.

Vraag 25 Zijn er gevallen van wild- of visstroperij in onze gemeente gesignaleerd en zo ja hoe vaak in de afgelopen drie jaar en waar? Hoe is het toezicht en de handhaving in de buitengebieden van onze gemeente geregeld en geborgd?
Antwoord Ons zijn geen gevallen van wild- of vistroperij bekend. De handhaving hierop is geen gemeentelijke taak.

Vraag 26 Wat is het huidige gemeentelijke beleid op het gebied van overlast van in het wild levende dieren?
Antwoord Wanneer er sprake is van overlast door in het wild levende dieren, dan richten de maatregelen zich eerste instantie op het verder voorkomen van overlast, bijvoorbeeld door het aanpassen van de inrichting van de openbare ruimte of het aanpassen van het (maai)beheer. Hebben deze maatregelen geen effect, dan worden er in overleg met gespecialiseerde bedrijven op het gebied van faunabeheer, maatregelen genomen. Deze maatregelen zijn altijd gericht op het diervriendelijk vangen en herplaatsen of verjagen van overlast gevende dieren. Daar waar bewoners een rol hebben in het voorkomen van overlast wordt contact opgenomen met deze buurtbewoners.

Vraag 27 Worden er door de gemeente tijdelijke borden geplaatst ter waarschuwing voor de paddentrek en worden er amfibievriendelijke putrooster geplaatst?
Antwoord Ja, die worden geplaatst.

Vraag 28 Welke maatregelen worden in de gemeente genomen om ongevallen/aanrijdingen met in het wild levende dieren te voorkomen?
Antwoord Bij de reconstructie van wegen en in nieuwbouwlocaties worden faunavoorzieningen aangelegd.

Vraag 29 Worden er bij steile kades voorzieningen getroffen zodat watervogels en te water geraakte dieren een kans hebben om aan de kant te komen?
Antwoord Ja.

Vraag 30 Hoe is het huidige gemeentelijke maaibeleid vorm gegeven? Wordt er rekening gehouden met de aanwezige fauna?
Antwoord De gemeente Pijnacker-Nootdorp kent een gevarieerd ecologisch maaibeleid, gericht op de toename van de biodiversiteit en waarbij rekening wordt gehouden met de balans tussen veiligheid en de aanwezige flora en fauna.

Vraag 31 Op welke wijze draagt de gemeente er zorg voor dat diegenen die ruimtelijke ingrepen doen of hierbij betrokken zijn, goed op de hoogte zijn van de geldende gedragscode en volgens deze gedragscode werken, wordt er regelmatig geëvalueerd en vindt er een regelmatige controle in het veld plaats?
Antwoord Na een evaluatie van de oude gedragscode uit 2011 heeft het college van B&W op 26 april 2016 een nieuwe gedragscode Flora en Fauna vastgesteld. Bij de uitvoering van werkzaamheden in de openbare ruimte is de gedragscode van toepassing. Uitgevoerde werkzaamheden worden geëvalueerd.

Vraag 32 Welke compenserende en/of mitigerende maatregelen zijn er bij ruimtelijke ingrepen de afgelopen vijf jaar genomen om schade aan flora en fauna te verminderen?
Antwoord Bij ruimtelijke plannen wordt altijd gekeken of er maatregelen nodig zijn en waar nodig worden deze ook daadwerkelijk getroffen. De maatregelen worden niet afzonderlijk geregistreerd.

Vraag 33 Worden in onze gemeente in het broedseizoen bomen gekapt?
Antwoord In principe worden er in de periode tussen 15 maart en 15 juli geen bomen gekapt. Alleen in uitzonderlijke gevallen, bijvoorbeeld wanneer er sprake is van direct gevaar, worden kap- en snoeiwerkzaamheden uitgevoerd.

Vraag 34 Als de gemeente een opdracht geeft tot het droogleggen of uitbaggeren van een sloot, wordt in dat geval de baggeraar contractueel verplicht om preventieve maatregelen te nemen die leed ten aanzien van vissen en andere dieren in de sloot voorkomen?
Antwoord De werkzaamheden aan watergangen worden uitgevoerd conform de regelgeving in het kader van de Flora- en Faunawet en de gedragscode van het Hoogheemraadschap van Delfland.

Vraag 35 Stimuleert de gemeente vleermuisvriendelijk bouwen, verbouwen, slopen en isoleren en werkt de gemeente aan vleermuisvriendelijke verlichting?
Antwoord Er is hiervoor geen specifiek gemeentelijk beleid. Bij de planvorming van elk plan wordt bekeken of er nader onderzoek nodig is in het kader van de Flora- en Faunawet. Als voorbeeld kan worden genoemd dat bij de sloop van het Stanislasgebouw en bij de sloop van het kinderdagverblijf aan de Burgemeester Merkusstraat een mitigatieplan is gemaakt en er nestkasten voor vleermuizen zijn opgehangen. Verder wordt bij het plaatsen van openbare verlichting op meerdere plaatsen rekening gehouden met vleermuizen door de keuze voor de verlichting en/of de hoogte van de lichtmasten.

Vraag 36 Uit diverse onderzoeken is gebleken dat het welzijn van ouderen gebaat is als zij hun huisdier kunnen behouden bij de overgang naar een verzorgings- of verpleeghuis. Speelt de gemeente (mogelijk via het SWOP) een faciliterende rol bij de uitbreiding van het aantal woonzorg- en verpleeghuizen waar ouderen met huisdier welkom zijn en bemiddelt de gemeente (mogelijk via het SWOP) tussen ouderen met een huisdier en directies van woonzorg- en verpleeghuizen?
Antwoord Nee, dit is geen gemeentelijk taak.

Vraag 37 Wat is het gemeentelijk (ruimtelijk) beleid ten aanzien van het bieden van schuilmogelijkheden voor weidedieren en het verlenen van vergunningen voor schuilstallen voor hobbydieren?

Antwoord Er is geen specifiek ruimtelijk beleid ten aanzien van het bieden van schuilmogelijkheden voor weidedieren en het verlenen van vergunningen voor schuilstallen voor hobbydieren. Wel zijn er in de bestemmingsplannen voor de buitengebieden regels opgenomen voor het realiseren van gebouwen voor dieren. Voor gebieden met hoge landschappelijke waarde, zoals bijvoorbeeld de Zuidpolder van Delfgauw, voeren wij een terughoudend beleid. De openheid van het landschap en de ontwikkeling van landschaps- en natuurwaarden staan hier centraal. Nieuwe bebouwing is niet mogelijk. Wel zijn er bouwmogelijkheden opgenomen in aangrenzende bestemmingen, zoals bij agrarische bedrijven of bij bestaande woningen. In de natuur- en recreatiegebieden, zoals bijvoorbeeld de Groenzoom, zijn ruimere mogelijkheden opgenomen. Daar kan vrijstelling worden verleend voor gebouwen ten behoeve van beheer en onderhoud. Schuilgelegenheden worden hier als voorbeeld genoemd en zijn tot een bepaald oppervlakte en met een bepaalde bouwhoogte mogelijk.

Vraag 38 Op welke wijze bevordert de gemeente schaduwplekken voor weidedieren, zodat zij beschutting hebben tegen zomerhitte?
Antwoord Er is geen specifiek ruimtelijk beleid gericht op de bevordering van realisatie van schaduwplekken voor weidedieren.

Vraag 39 Bieden de gemeentelijke regels voldoende ruimte voor schuilmogelijkheden voor weidedieren?
Antwoord Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 37 zijn er bepaalde mogelijkheden voor het realiseren van schuilplekken voor weidedieren in de gemeente. Wij hebben geen concrete aanwijzingen dat de regels onvoldoende ruimte bieden.

Vraag 40 Prikkeldraad veroorzaakt veel verwondingen aan dieren en dientengevolge veel dierenleed. Is er beleid om prikkeldraad in onze gemeente te ontmoedigen?
Antwoord Er is geen beleid om het gebruik van prikkeldraad te ontmoedigen. Het al dan niet gebruiken van prikkeldraad is geen ruimtelijke afweging en heeft geen relatie met een goede ruimtelijke ordening.

Vraag 41 Er wordt op de gemeentelijke website voorlichting gegeven hoe te handelen van een aangetroffen zwervend of dood dier en over het houden van pluimvee. Komt er mogelijk een overzichtelijke en gebundelde gemeentelijke internetpagina, waarop voor de inwoners van Pijnacker-Nootdorp alle relevante informatie over dieren (met name huisdieren, het diervriendelijk houden van overige hobbydieren, landbouwhuisdieren en regelgeving hierover, dieren in het wild, zoals egels e.d.) in de gemeente wordt vermeld, waarbij toepasselijke links over wettelijke kaders, opvangplicht, opvangcentra, honden (uitrencentra), wooncentra waar ouderen mogen wonen met hun huisdieren, melden van bijtincidenten etc. toegevoegd?
Antwoord Nee.

Vraag 42 Wordt door de gemeente via haar website voorlichting gegeven over vleermuizen in stedelijke gebied?
Antwoord Nee.

het college van Pijnacker-Nootdorp, de secretaris, de burgemeester,
drs. J.P.R. Woudstra mw. F. Ravestein