Bijdrage Kader­stel­lende Notitie Omge­vings­pro­gramma Ener­gie­tran­sitie

Om te beginnen is onze fractie ontstemd over het enige worst case scenario in deze notitie, dat de Boezemvaart tot bedrijventerrein ontwikkeld zou kunnen worden in plaats van het realistische scenario van de eerder vastgestelde bestemming wonen en werken. Een aanname komt ergens vandaan. Waar het onderzoek voor dit gebied zich zou richten op een woongebied met bedrijfsactiviteiten, heeft het college er duidelijk al een bepaald eindbeeld bij waar onze fractie het niet mee eens is.

Dan over de kaders voor de energietransitie. Er is momenteel veel onzeker qua wetgeving en technologie. Om die reden wordt er ook veel opengelaten om flexibel te kunnen handelen de komende jaren. Dit is begrijpelijk, maar er wordt naar onze mening wel te vaak teruggegrepen op het oude. Het langer aanhouden van gasgestookte WKKs als middel tegen netcongestie is daar een sprekend voorbeeld van. Waarom niet concreter inzetten op - desnoods ondergrondse - accu's voor de opslag van een tijdelijk overschot aan lokaal opgewekte elektriciteit? Of andere innovatieve oplossingen waarbij het energieoverschot tijdelijk in een andere vorm wordt opgeslagen? Om de doelstelling van 2050 te halen, is meer lef nodig.

Gezien de voorliggende stukken, wil ik nog meegeven dat ons standpunt over windenergie niet is veranderd. We zijn voorstander van deze vorm van duurzame energie onder de voorwaarde dat het op een dier- en mensvriendelijke wijze wordt geïmplementeerd. Dat wil zeggen op plekken waar weinig mensen en dieren komen en met technologische aanpassingen om overlast en letsel te minimaliseren. Prima dus om het gesprek met de inwoners over windenergie te starten.

Zoals bekend is onze fractie tegenstander van de aanleg van het regionale restwarmte netwerk WarmtelinQ. Dit zeer dure systeem wordt gevoed vanuit de fossiele industrie uit de haven en afvalverbranding. Beide zijn bedrijfsactiviteiten die in een overgang naar een duurzame, circulaire economie zo snel mogelijk omgevormd moeten worden. WarmtelinQ staat hier haaks op, want voor een rendabele business case van WarmtelinQ is het belangrijk dat beide bedrijfsactiviteiten juist zo lang mogelijk veel warmte blijven leveren. Duurzame alternatieven voor de fossiele industrie en afvalverbranding leveren per definitie veel minder warmte op. De aanleg van WarmtelinQ is dus ofwel weggegooid geld, ofwel remmende voor onze onafhankelijkheid van fossiele brandstoffen. Aangezien deze kaderstellende notitie uitgaat van WarmtelinQ als oplossing, is dit voor onze fractie dusdanig zwaarwegend dat wij tegen het voorstel zullen stemmen als dit erin blijft staan.

Carla van Viegen
Fractievoorzitter partij voor de Dieren
Pijnacker-Nootdorp