Nota Uitno­di­gende Ruim­te­lijke Ordening en Stan­daard­regels Ruim­te­lijke Ordening


18 februari 2018

Voorzitter.

Aan de orde is Nota Uitnodigende Ruimtelijke Ordening en Standaardregels Ruimtelijke Ordening.

Naar aanleiding van de vorige nota heb ik een gesprek gehad met de wethouder en de ambtenaar over het voorgestelde paardenbeleid en paardenwelzijn. Helaas moet ik constateren dat er aan de tekst niets is gewijzigd.

Ik ga hiervoor een amendement voorbereiden en ik zal uitleggen waarom.

De nota geeft nu vooral aan wat niet kan en niet wat wel mogelijk is. Het blijft vaag en onduidelijk wat de mogelijkheden zijn. Daar zou meer duidelijkheid over gegeven mogen worden. Daarnaast kan uit de tekst de indruk worden gewekt dat paarden in onze gemeente niet echt welkom zijn en dat lijkt me niet de bedoeling.

Paardenwelzijn

Paardenbedrijven zullen hun bedrijf veelal moeten aanpassen aan nieuwe dierenwelzijnseisen. Er wordt ingezet op een meer integraal gemeentelijk beleid. Bij de voorstellen over paardenbeleid wordt met geen woord gerept over paardenwelzijn. Onze gemeente kent een groot aantal paardenliefhebbers, die veelal het beste met hun dier voor hebben. Er is veel vraag naar paardenstalling, weidegang voor paarden en het bieden van mogelijkheden om buiten te kunnen rijden. Het kunnen houden van paarden voorziet duidelijk in een behoefte die er in onze gemeente is. Dan mag je verwachten dat de gemeente daar rekening mee houdt.

Zo is het van belang dat paarden weidegang kunnen hebben en buiten kunnen komen. Paarden horen, net als koeien en schapen, bij het landschap en de diversiteit van het landschap.

Paarden zijn kuddedieren en horen niet solitair gehouden te worden. Dus ook het kunnen hebben van sociaal gedrag, een aantal uren per dag vrij kunnen bewegen in de buitenlucht, weidegang, het geven van voldoende beweging en voldoende ruwvoer horen daarbij. De gemeente kan het paardenwelzijn ondersteunen door een positiever beleid te voeren en tegemoet te komen aan wensen van paardeneigenaren, zoals ruimtelijk mogelijkheden bieden tot vrije beweging in de buitenlucht, weidegang, mogelijkheden voor schuilmogelijkheden van weidedieren tegen extreme omstandigheden en het bieden van goede ruiterpaden en verbindingen tussen recreatiegebieden, zoals die tussen de Groenzoom en de Balij.

Maatschappelijke en educatieve functie rijverenigingen en maneges

Daarnaast vervullen de rijverenigingen en maneges een belangrijke maatschappelijke en educatieve rol in onze gemeente hoe op een diervriendelijke manier met dieren op te gaan. Daarbij is het van belang dat de gemeente dit faciliteert en niet belemmert.

Paarden en weidevogels

Dan het in de nota geschetste negatieve beeld van paarden die weilanden kapot maken en het niet kunnen samengaan van paarden en weidevogels. Nagenoeg iedere paardeneigenaar en paardenhouder zorgt er juist voor dat het weiland NIET kapot gelopen wordt. Het hangt er dus helemaal van af hoe de paarden worden geweid en de meeste paardeneigenaren hebben een goede kennis hiervan. Bij een goed weidebeheer gaan paarden en weidevogels prima samen. Het spanningsveld tussen het houden van paarden en weidevogels kan in grote mate worden opgelost door een extensief graslandbeheer, waarbij met betrekking tot de beweiding en maaidata rekening wordt gehouden met het broedseizoen van weidevogels.

Het houden van paarden kan zelfs prima samengaan met het realiseren van hoge natuurwaarden. Wetenschappelijk onderzoek geeft aan dat juist paardenweides, met schraal bloem- en kruidenrijk grasland prima geschikt is voor weidevogels, zelfs veel beter dat het eiwitrijke Engelse raaigras waar koeien en schapen op staan. Het is van groot belang dat ingezet wordt op transitie van de landbouw om de weidevogels weer een kans te geven: bloem- en kruidenrijk grasland met veel insecten, een hoger waterpeil, geen bemesting, later maaien en minder gifgebruik. Schraal kruidenrijk gras sluit beter aan bij de voederbehoefte van het paard en vergroot de foerageermogelijkheden en vegetatiestructuur voor weidevogels aanzienlijk. Dit blijkt uit het onderzoek van de Wetenschapswinkel van Wageningen University & Research voor de Weidevogelgroep Eilandspolder en Landerade. Zij wilden meer weten over de mogelijkheden voor paardenhouders in veenrijk Laag Holland om hun graslandbeheer te veranderen, zodat weidevogels op termijn kunnen blijven voortbestaan.

Studenten en onderzoekers van Wageningen University & Research onderzochten de mogelijkheden voor verandering in het beheer en de gevolgen voor de bedrijfsvoering van paardenhouders bij omschakeling.

Zij geven de paardenhouders onder andere de volgende adviezen mee:

Het omschakelen van een koeienweide naar schraal grasland vereist een minimum aan bemesting, bij voorkeur alleen nog ruige mest in het voorjaar.
Inkuilen of hooien bespoedigt verschraling van voedselrijk grasland door afvoer van nutriënten.
Door perceelranden af te rasteren kan zaad van bloeiende grassen en kruiden gemakkelijker verspreiden, zodat de gewenste botanische samenstelling mogelijk sneller bereikt wordt.

Deze resultaten zijn inmiddels door ongeveer 24 paardenhouders meegenomen in de omvorming van graslandbeheer. Zij zijn in een netwerk in Laag Holland gestart met de omvorming.

Een mooi voorbeeld is ook een biologische melkvee- en paardenhouder in Friesland (Jan Kruis). Zijn doel is weidevogelbeheer in een bloem- en kruidenrijk natuurgebied van Staatsbosbeheer (De Pine). Het is een praktijkvoorbeeld waaruit blijkt dat paarden en weidevogels prima samengaan. Ook onderzoeksrapporten van de Wageningen Universiteit bevestigen dit, evenals organisaties als de Vogelbescherming en SOVON. Ruige strorijke paardenmest is heel geschikt voor weidevogellandschap. Wat bij de weidevogels verder opviel, is dat zij hun territoria opnieuw gingen vestigen in de nabijheid van vee, om het even of dat nu paarden of koeien waren. De verhoogde productie van dierlijke mest leverde kennelijk meer voedsel op, zowel voor de volwassen vogels als, in een later stadium, de kuikens. Kennelijk zijn weidevogels bereid minder rust te accepteren als zij inschatten dat het een positief effect kan hebben op de broedresultaten (https://www.anv-santvoorde.nl/wp-content/uploads/2017/04/2014-BMP-Papenwegse-Polder.pdf).

Investeringen paardeneigenaren en paardenhouders

Paardeneigenaren hebben aangegeven wel degelijk bereid te zijn te investeren in een beter weidevogelbeheer. Bijvoorbeeld afspraken met vogelvrijwilligers om in de winter het gras wat hoger te laten staan en niet aan het einde van het seizoen te maaien. Daardoor lopen de muizen door het veld (voelen zich beschut door het hoge gras) en kunnen de buizerd, de uil, de reiger en de ooievaar ook in de winter hier nog voedsel vinden.

Verlichting paardenbakken

Er wordt e.e.a. aangegeven over verlichting van paardenbakken. Het is bijvoorbeeld beter meerdere diervriendelijke lichtpunten met minder intensiteit (Lux) te plaatsen, dan 1 groot lichtpunt (bouwlamp), en de lampen direct nabij de voorzieningen te plaatsen in plaats van deze verderaf aan een bestaand bouwwerk te bevestigen.

Overleg met vertegenwoordigers paardeneigenaren paardenhouders

Voorzitter, ik rond af. Ik begrijp dat er regels opgesteld worden om het paardenbeleid in onze gemeente in goede banen te leiden, maar ook hier is het van groot belang om dat op een goede manier te doen en met kennis van zaken. Vanuit een uitnodigende houding naar onze inwoners en vanuit de ambities uit het Hoofdlijnenakkoord ‘In Contact Samen doen’, is het belangrijk dat we ook hierover in contact gaan met onze inwoners. Ik verzoek de wethouder of hij bereid is om bij de verdere uitwerking van het paardenbeleid vanuit eigen initiatief in overleg te gaan met vertegenwoordigers van paardeneigenaren en paardenbedrijven. Ik heb begrepen dat dit tot nu toe nog niet is gebeurd. Kan de wethouder dit toezeggen? Ik overweeg hiervoor een motie in te dienen.

Dank u wel.

Interessant voor jou

Bijdrage Begroting 2018

Lees verder

Biomassacentrale

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer